Alle bovenbouw groepen gaan naar de Stopera
Democracity
Het was ochtend en iedereen ging naar school. We gingen gewoon werken. Tot in de middag toen moesten we naar buiten. We liepen naar de metro en stapte in. Toen waren we er en we moesten nog een klein stukje lopen. We kwamen bij een standbeeld en gingen eten. Er was ook een schilder die een heel mooi schilderij aan het maken was. Toen we klaar waren met eten gingen we in het stadhuis. We kwamen bij een zaal waar een meneer stond. We moesten onze jassen en tassen bij een kapstok neerleggen en we moesten een plek zoeken bij een mooie ronde tafel. We werden in groepjes (partijen) verdeelt en je moest je partij een naam geven. De partij waar ik in zat hete: TROTS KR. KR staat voor kinderrechten en TROTS staat voor heel veel ik weet zelf niet echt wat allemaal. Je moest jezelf voorstellen en zeggen in welke partij je zat en dan moest de woordvoerder zeggen wat de partij belangrijk vond. Dat zelf duurde echt heel lang en ik had dorst. Gelukkig mochten we even pauze en er was limonade ingeschonken. Na de pauze hadden we overlegt wat voor gebouw je in Amsterdam wou plaatsen. Wij plaatste een winkelcentrum. Volgens mij was er ook een school, windmolens, een bos en een flat geplaatst. Toen moesten we nog een van onze gebouwen kiezen. Wij kozen een asielzoekerscentrum. Er was ook een: apotheek, een speeltuin nog wat andere dingen. We moesten stemmen op het gebouw wat je het best vond wij hebben op de apotheek gestemd en ons asielzoekerscentrum is ook in de stad gekomen. Toen was de laatste ronde. Wij hadden nog een gebouw over en dat was een bejaardentehuis. Maar toen zij die meneer: 'het geld is bijna op! Dus daarom is er maar plek voor twee dingen en die ga ik kiezen.' Hij zei dat zijn opa en oma al dood waren dus hij het bejaardentehuis niet. Hij koos een bos en een fietspad en zette ze dichtbij zijn huis. Wij waren super boos en schreeuwden allemaal door elkaar. Uiteindelijk hadden een paar kinderen uitgelecht waarom het zo stom was en de meneer zei uiteindelijk oké en hij zette de gebouwen goed neer. Toen moesten we gaan. We liepen naar de metro en stapte in. We waren bij de school. Iedereen vond het superleuk en ging naar huis. Lente
